pijl_onderpijl_linkspijl_rechtspijl_bovenhoek_linkshoek_onderhoek_linkshoek_bovenfacebooklinkedintwitter
zoek je hulp?
‘Iemand die op straat leeft, is niet alleen maar dakloos’

‘Iemand die op straat leeft, is niet alleen maar dakloos’

Een derde van de huwelijken loopt op de klippen, maar de relatie tussen burger en gemeente (en haar partners) is vaak voor het leven. Belangrijk dus om in te investeren. En af en toe te checken hoe het ervoor staat met de liefde.

Gepubliceerd op 7 maart 2023

Interview uit Sprank 1-2023 met Remi Postelmans (42), ervaringsdeskundige bij SMO Breda.

Met vallen en opstaan

Wat brengt je hier? “Ik ben geboren in Tilburg, maar sinds mijn achttiende verbonden
aan Breda. Het grootste deel van mijn leven heb ik hier doorgebracht, mijn kinderen zijn
er geboren. Ik ben lang dakloos geweest. Ook dat was hier, dus je kunt wel zeggen dat ik
Breda goed ken. Na mijn vertrek uit de jeugdzorg belandde ik op mijn achttiende op straat, verslaafd aan alcohol en harddrugs. Zo kwam ik terecht onder de vleugels van de Stichting Maatschappelijke Opvang (SMO) Breda. Ik heb vaak in de nachtopvang geslapen en zat regelmatig in de bak. Uiteindelijk ben ik hulp gaan zoeken en ben er met veel vallen en opstaan bovenop gekomen.

Mooie vriendschappen

Een jaar of zeven werk ik nu als ervaringsdeskundige. Ik heb een opleiding gevolgd en werk sinds twee jaar voor SMO. Ik ben de eerste voormalige cliënt met een vast contract, dat blijft uniek. In het begin was het wennen voor sommige collega’s, zeker voor diegenen die me nog van de straat kenden. Ik kom in mijn werk ook regelmatig cliënten tegen met wie ik een gedeeld verleden heb. Dat is soms spannend, maar de reacties zijn bijna altijd positief. ‘Remi, respect voor wat jij van je leven hebt gemaakt’, zei pas nog een van hen. Dat doet me veel. Vergis je niet, er ontstaan soms mooie vriendschappen op straat.”

We spreken dezelfde taal

Hoe ziet jouw werk eruit? “Ik hou het graag simpel. Door mijn ervaringen en kennis is het vaak makkelijk om aan te sluiten bij cliënten. Ik ben blij dat SMO ons als team de ruimte geeft om te investeren in het contact. Samen met mijn collega’s kijk ik waar de behoefte van cliënten ligt en in hoeverre we daarbij kunnen ondersteunen. Vanmorgen ben ik bijvoorbeeld met een cliënt naar de gym geweest. Vanavond ga ik met een groepje van drie hier bij SMO eten. Daarna gaan we met elkaar naar een meeting over verslaving, omdat de drempel dan niet meer zo hoog is. Met een ander ga ik binnenkort naar Delfzijl voor familiebemiddeling. Beweging en soms weer even stilstaan: daar gaat het om bij herstel. Een ervaringswerker is geen must. Cliënten hoeven mijn hulp niet te accepteren; er komt natuurlijk wel een stukje eigen motivatie bij kijken. Maar als ik eenmaal in gesprek ga, dan merken ze dat ik weet waar ze het over hebben. We spreken dezelfde taal. En dat zorgt voor verbinding. Gelukkig is in het sociaal domein steeds meer aandacht voor de meerwaarde van ervaringskennis, ook in de maatschappelijke opvang. We kunnen echt een aanvulling zijn voor professionals. Daarom is het belangrijk dat er in organisaties goede afspraken worden gemaakt. Zodat het voor iedereen helder is wat wij doen en wat niet.”

Brug slaan

Wat is jouw advies aan gemeenten? “De wereld van de straat en die van het gemeentehuis liggen vaak ver uiteen. Ik raad beleidsadviseurs en bestuurders dan ook altijd aan om met ervaringsdeskundigen in gesprek te gaan. Dan komen die werelden meer samen. Iemand die op straat leeft, is vaak niet alleen maar dakloos. Er speelt meestal veel meer. Gescheiden, schulden, psychische problematiek, verslaving, ze zien hun kinderen niet meer en zijn vaak hun hele netwerk kwijtgeraakt. De weg van herstel is daarom ook geen rechte lijn. Nee, mensen schieten vaak al kanten op, raken overweldigd en worstelen met zichzelf. De kracht van ervaringswerkers is bruggen te slaan. Met cliënten, met het gemeentehuis, met collega’s. Ik voel me in die rol echt op mijn plek. En als ik dan weer een bekende van vroeger tegenkom, dan realiseer ik me weer even hoe het ooit was en waar ik nu ben. Fases van herstel en wat dit teweegbrengt, die realiteit, daarvan moeten gemeenten zich meer bewust zijn. Het leven op straat in Nederland is de afgelopen jaren moeilijker geworden. Het aantal daklozen is hard gegroeid, de problematiek is veel complexer en daardoor – en ook door de woningnood – is doorstroming lastig. Dat maakt dat door het hele land de opvang overloopt. Het is echt niet makkelijk om weer een gewoon leventje op te bouwen.”

Bron: Sprank 1-2023, tekst: Jessica Maas, beeld: Niels Blekemolen.